Met het luide gebrom van een trekker in de rug, de touwen van de rib-boot in de hand en de golven klotsend tegen je duikpak aan; loop je de Indische Oceaan in. Terwijl de trekker de boot het water in duwt, trek je samen met je mededuikers de boot verder door de deining. “All aboard,” roept de kapitein, waarna je door middel van een hoge golf de boot opklautert en op de rand gaat zitten. De motoren gaan aan. Vliegend over de golven vaar je naar de duikbestemming van deze ochtend: welkom in Ponta do Ouro, Mozambique, waar hardcore duiken de norm is.
Mozambique
Wanneer je blik voor het eerst op het dorp Ponta do Ouro valt, lijkt het een oase van rust. Gelegen aan een baai, net over de Zuid-Afrikaanse grens met Mozambique, oogt het een idyllisch stranddorp. Los van de eerste vijfhonderd meter na de grensovergang, is er geen asfalt in de wijde omgeving te vinden. De twee hoofdwegen van Ponta zijn eerder twee zandweggetjes. Laat je vooral niet wijsmaken dat een gewone auto ernaartoe kan: een 4×4 is de norm, maar de tractor is betrouwbaarder.
Voor veel Zuid-Afrikanen en duikers die Zuid-Afrika bezoeken, is Ponta do Ouro echt de moeite waard om de grens met Mozambique voor over te steken. Vanaf Johannesburg is het ongeveer acht uur rijden naar de grensovergang. Vanaf daar ben je met een kwartier in het dorp, mits je niet vast komt te staan in het zand. Of misschien is dat juist goed: het bereidt je alvast voor op de algehele ervaring hier. De extremen zijn groot, de ervaring is ruw; maar het blijkt zó de moeite waard.
Een prachtige show
We zitten op de rand van de boot, die we net zelf het water in hebben gesleept. Praten is eigenlijk zinloos. De motoren zijn zo luid, die overstem je nooit. Daarbij heb je al je aandacht nodig om je vast te houden aan de boot. Want met een rotvaart scheren we over de golven heen, om met flinke klappen neer te komen. Blijft die boot wel heel?! Waarna de motoren stil vallen.
“Zag je dat?” Vraagt de kapitein, terwijl hij met zijn vinger richting de oceaan wijst. Het lijkt een soort mist, of een hele kleine miezerbui. “Ja, kijk daar!” De vin van een walvis breekt door het wateroppervlak. Vlak naast die vin spuit een andere walvis liters water de lucht in. Waarna een ander een kleine sprongetje voor de vorm doet. Ze maken er een show van en wij zitten op de eerste rij. Een staartvin gaat de lucht in en ploft vervolgens met een enorm geweld naar beneden. Na vijf minuten genieten, die aanvoelen als een uur, zijn de walvissen toch echt weer onder water. Dat gaan wij ook doen. De boot start weer op en we scheren richting de duikspot.
Op bezoek bij de haaien
De briefing hebben we vooraf al gehad, vandaag is het haaiendag. Het zijn de favoriete dieren van instructeur Jen, die de duik leidt via duikcentrum Back to Basics. Eenmaal aangekomen boven de duikspot stopt de boot niet direct. Door de stroming moeten we heel specifiek afgegooid worden, anders missen we de drop. “Iedereen klaar?” Vraagt Jen. Iedereen maakt een rondje met zijn vingers; dat is duikerstaal voor ‘het gaat goed.’
“Drie, twee, één. Go!” Met de ademautomaat in de mond en een hand op je duikbril laat je je achterover het water in vallen. Tijd om rustig naar beneden te gaan, is er niet vanwege de stroming. Het is nu of nooit. Door je loodgordel en de zware fles op je rug zak je naar beneden. De druk wordt groter, dat voel je op je oren. Door je neus dicht te knijpen en er dan doorheen te blazen, breng je je oren op hetzelfde drukniveau. We zijn op de bodem, vierendertig meter diep. Een blik naar links en rechts bevestigt het: iedereen is er. We kunnen naar de haaien!
De draaimolen
Het heeft gestormd gisternacht en dat merken we hier op de zeebodem. Door verschoven zand dwarrelend door het water is het zicht niet kristalhelder. Dat is balen want haaien zijn eigenlijk vrij schuwe dieren. Gedurende de duik zwemmen we over een koraalrif, al is door de diepte de kleur nogal grijzig. We zien mooie vissen, een grote zeebaars, maar tegen de tijd dat we beginnen op te stijgen, heeft nog geen haai zich laten zien.
De lucht in de tanks begint op te raken. We moeten richting de oppervlakte. Waar zijn die haaien toch? Terwijl we het rif onder ons laten, stijgen we in het blauw op naar de boei onder de boot. Deze hangt op precies vijf meter, een diepte waar iedere duiker drie minuten moet wachten voor de veiligheid. Dit heeft te maken met zuurstof die je onder druk inademt. Hierdoor is er dus relatief meer stikstof in je bloed terecht gekomen. Dit is niet erg, zolang het onder druk ook weer je lichaam kan verlaten. Vandaar een drie minuten stop op vijf meter.
Daar wachten we dan, in het blauwe niets. Nog geen visje in de buurt om de aandacht af te leiden. Dan steekt Jen haar vinger uit, ze wijst het blauwe in. Is dat een vin? Is dat een haai? Ze wijst naar rechtsonder: het is een hamerhaai. Niet één hamerhaai, maar twee. Ze zwemmen zigzaggend onder ons door. Daarna volgen enkele stierhaaien en rifhaaien, die eerst zigzaggend onder ons door zwemmen. Daarna beginnen ze onder ons te cirkelen. Als gieren boven hun prooi, cirkelen deze haaien onder ons, de tweede prachtige show van de dag. De hamerhaaien mengen zich in deze draaimolen van roofdieren. De drie minuten zitten er al lang op, maar zo lang wij lucht hebben; blijven we hier hangen, genietend van dit fenomeen.
Ook het kleine spul
Walvissen en haaien op één duik: het zijn de pareltjes in je logboek. Maar hier in Ponta do Ouro is nog veel meer. Vele riffen, diep en ondiep, waar door stroming veel vis rondzwemt. Die stroming maakt het kijken ook gemakkelijk. Als je stil in het water hangt, zweef je van links naar rechts over het koraal heen. Overal zijn hoekjes en gaatjes om overheen, tussendoor en langs te duiken. Er zijn felgekleurde schoolvissen, nudibranches in alle kleuren van de regenboog, gekke kreeftjes en octopussen. Ook het kleine spul is een lust voor het oog.
Op de laatste duik hebben we het geluk, dat drie dolfijnen ons vergezellen tijdens de tocht door het rif. Dat speelse zwemmen en het vrolijke geklik is fantastisch. Maar helaas, zo snel ze aan kwamen zwemmen, zo snel zijn de dolfijnen ook weer weg. De laatste duik zit er op. De equipment staat op de boot en, al zittend op de rand, neem je voor de laatste keer het uitzicht in je op. Eén ding zul je zeker niet missen en dat is de aankomst terug op het strand. Rustig aanmeren zit er namelijk niet in, in Ponta do Ouro. Op vol vermogen mikt de kapitein de punt van de boot op het strand. Al vasthouden aan de rand van de boot zet je je schrap. De boot klapt het strand op en schuift meters door, voordat die tot stilstand komt. Duiken in Ponta do Ouro is écht hardcore.
Wat kost duiken bij Ponta do Ouro?
Een duik kost ongeveer vijfendertig euro per keer. Als je nog equipment moet huren komt er tien euro per duik bovenop. Voor honderdzestig euro kun je vijf duiken doen, met de huur van equipment erbij is dit tweehonderd euro.
Recente reacties