Bart van Schilt deed drie jaar terug wat geen ander eerder deed: hij rende vijf ultramarathons in één jaar. Dit zijn de zwaarste renwedstrijden van de wereld, door woestijnen, bergen en zelfs in de sneeuw van Antarctica. In zijn recordjaar rent Bart door de Marokkaanse Sahara en de Namib in Namibië. “Geloof het of niet, maar het grootste verschil tussen die twee woestijnen is de geur.”
Toch ergens de beste in
“Eigenlijk ben ik al jaar en dag een sportman. Wielrennen en hardlopen: ik ben er aardig goed in, maar niet de beste,” vertelt Bart van Schilt. “Marathons zal ik niet winnen, daar is mijn lichaam gewoon niet voor gebouwd.” Al weerhoudt het de sporter niet van meedoen. Zo rent Bart in 2015 zijn eerste ultramarathon door de Sahara en valt voor hem het kwartje: “Ik ben misschien niet de snelste, maar ik kan ontzettend goed zware routes volhouden.” Bij thuiskomst ontdekt de atleet dat het record van meeste ultramarathons in een jaar op vier staat. “Mijn doel werd dus om vijf ultra’s in een jaar te lopen.”
Ultramarathons zijn extreme hardloopwedstrijden in lastige omstandigheden. Door woestijnen, gebergten en zelfs de ijzige kou van Antarctica; dit zijn de zwaarste marathons ter wereld. De marathon in de Marokkaanse Sahara is de koning onder alle ultramarathons met de meeste deelnemers van allemaal. Bart loopt deze koningsronde voor het eerst in 2015 en leert er veel van: “Allereerst had ik te veel meegenomen, mijn rugzak was te zwaar. Met lange mouwen lopen bleek ook niet nodig, goed smeren werkt net zo goed, en het loopt een stuk comfortabeler. Iedere dag loop je op je tandvlees, alles doet zeer tegen het eind. ‘s Ochtends opstaan is een hel. Maar dat lopen daar, die hele ervaring; het is het dubbel en dwars waard!”
Lees ook: Steeldonkeyz Jelle en Koen trotseren de Afrikaanse hitte: “Het is hier zo 45 graden”
Het recordjaar
Met de eerste marathon in de Sahara start Bart in het voorjaar van 2018 zijn recordjaar. De verplichte spullen als een blarendoosje en een kompas zijn mee. “Niet dat je het kompas echt nodig hebt; de weg wijst zichzelf met alle vlaggetjes.” Met één paar hardloopschoenen, een matje en slaapzak, een handjevol kleren en zijn zandbril is Bart klaar voor de start. “Qua voedsel moeten we een minimaal aantal calorieën meenemen van de organisatie. Voor het gemak en om het gewicht licht te houden, is dit met name van dat astronautenvoedsel,” grinnikt de hardloper. Hij vervolgt: “Zo vies is dat helemaal niet. Met een beetje warm water erbij kun je er een prima maaltje van maken.” Daarnaast is er iedere tien kilometer op een etappe een verplicht waterpunt. “Als je geen water drinkt en je drink-stempel niet haalt, leidt dit tot sancties voor je race.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Voor Bart is deze keer de Sahara al bekend terrein. Hij heeft zo zijn slimme trucjes: “Omdat hier zoveel mensen meedoen, is het volgen van de route niet al te moeilijk. De voetstappen staan al in het zand. Maar die voetstappen hebben ook een nadeel, want het maakt het zand veel losser en los zand loopt moeilijk.” Daarom loopt hij juist een aantal meter links of rechts van het hoofdpad. “Onaangeraakt zand is eigenlijk best wel stevig. Het loopt misschien niet als een geasfalteerde straat, maar het is stevig genoeg voor een goede loop.”
De geur van de Namib
Zijn volgende marathon in Namibië is wederom door een woestijn: de Namib. Wat Bart betreft verschillen de twee woestijnen niet heel erg. Één specifiek verschil staat hem nog bij als de dag van gister: “De Namib stinkt!” Lacht Bart. “Ja, echt! Waarom weet ik ook niet, maar de Namib ruikt niet fris. Misschien omdat de woestijn langs de oceaan loopt. Hier en daar vind je karkassen van overleden zeehonden, dat helpt zeker niet voor de geur. Of misschien komt het door het zout van de zee. Er wordt ook een hoop zout gewonnen daar. De geur, dat is voor mij echt het verschil.”
Ook viel het de hardloper op dat er veel meer wind staat in de Namibische woestijn. “Ik vermoed dat dit ook te maken heeft met de oceaan.” Hierom was hij erg blij met zijn meegebrachte zandbril: “Het klinkt misschien een beetje suf, maar ik zweer echt bij van die wegwerp, vochtige schoonmaakdoekjes. Daarmee kun je jezelf gemakkelijk zand- en stofvrij maken. Alles wat gemakkelijk is, is lekker meegenomen met dit soort races.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Allemaal in je hoofd
De zware condities klinken ontmoedigend. Ook de familie van Bart trok zijn beslissing in twijfel. “Men dacht dat het te zwaar voor me zou zijn. Maar ik laat mij echt niet tegenhouden. Ik had mijn zinnen er al opgezet en ik moest het doen.” Bart vreest de pijn niet: “Alle pijn is tijdelijk, vroeg of laat is het weer weg. Opgeven is ook een beetje zinloos, want ja, dan sta je daar middenin de woestijn. Dan kun je net zo goed doorgaan,” meent de hardloper.
“Het zit allemaal in je hoofd. Van tevoren weet je dat het zwaar wordt en dat het pijn gaat doen. Daar stel je je op in.” Volgens Bart kun je bijna wiskundig berekenen wanneer het pijn gaat doen. “Stel dat je een etappe loopt van honderd kilometer, dan zet je je hoofd daar naar. Tegen een kilometer of tachtig begint dan de pijn te komen en kom je op je tandvlees over de finish.” De laatste etappe van de ultramarathons is meestal een kortere voor fans en de media. “Het gekke is dat hier precies hetzelfde gebeurd. Dan is de etappe slechts tien kilometer en begint alles pijn te doen tegen acht kilometer. Dat zijn de aller zwaarste meters.”
Perceptie van een woestijn
Na nog drie marathons in de Mongolische Gobiwoestijn, de Atacama in Chili en de bevroren woestenij van Antarctica maakt Bart zijn record rond. Bij terugkomst in Nederland valt hem iets op als mensen vragen naar zijn marathons: “Het beeld dat wij Vlamingen en Nederlanders van een woestijn hebben, klopt eigenlijk niet. Iedereen denkt dat ik door een oneindige zandbak met hoge duinen heb gelopen. Maar het grootste deel van de woestijn is helemaal niet zo. Er zitten gebergtes in en grote verharde kleiplaten. Soms zelfs stenen ondergronden van zwart gekleurd basalt. Dat is wel oppassen geblazen, omdat dat zwarte steen loei- en loeiheet is.” Bart lacht: “De woestijn is zo veel meer dan zand.”
Zijn zware recordjaar heeft hem zeker niet ontmoedigd. “Ik zou het zo weer doen,” zegt Bart. “Eigenlijk zou ik dit jaar in Georgië gaan rennen, maar dat ging helaas niet door.” Toch zoekt hij zijn nieuwe uitdaging alweer op: “Nu maak ik plannen om vanuit Malaga naar huis te rennen en fietsen in zestien dagen. Dat is ongeveer vierduizend kilometer waar ik iedere dag een deel vanaf wil lopen en wielrennen.”
Ervaar je liever een rustige vakantie in de woestijn? Ontdek deze oogstrelende desert camps in de Sahara.
Recente reacties