Wadend door de helderblauwe zee van Jambiani struikel ik over een gespannen draad. Het is bijna onzichtbaar geworden door al het zeewier wat het overwoekert. Nu ik er beter op let stuit ik op verschillende plekken op stokken in het water, met daartussen draden gespannen. Zouden het fuiken zijn voor kleine krabben? Een manier om schelpdieren te oogsten? Of zitten er netten aan vast om vis te vangen? Het fascineert me mateloos en ik besluit het uit te zoeken.
Als ik de volgende ochtend tijdens het ontbijt uitkijk over de zee is het water door het lage tij honderden meters teruggetrokken. De traditionele zeilboten zijn droog komen te liggen en echt overal zijn die mysterieuze stokken zichtbaar. Ik lijk niet de enige te zijn met interesse; verschillende dames zijn druk in de weer met de draden.
Het is ze duidelijk te doen om het zeewier. De draden tussen de stokken zijn volledig volgroeid met zeewierplanten, die vakkundig worden losgemaakt. Oude Rijstzakken vol wier worden vervolgens aan elkaar gebonden en het strand op gesleept. Wat doen ze in vredesnaam met al die kilo’s groene waterplanten? Want ik heb het op op nog geen enkele menukaart in restaurants zien staan…
Seaweed Center Paje
Ik kom terecht bij Mwani Seaweed Center Paje. Medewerker Haje neemt me mee naar het strand, waar verschillende vrouwen op de plantage aan het werk zijn. “Er werken hier op dit moment zo’n tien vrouwen. Vroeger werd dit altijd door mannen gedaan, maar nu verbouwen vrouwen het zeewier.” Dat betekent dat ze nu financieel onafhankelijk zijn. Als we verder lopen tussen de met stokken gespannen draden ontmoeten we Mama Maua die druk in de weer is. Met een veterstrikknoop maakt ze stekjes zeewier aan de draden vast. “Binnen twee maanden is het touw volledig volgroeid en kan er geoogst worden,” vertelt Haje. Het enige wat daar voor nodig blijkt te zijn is geduld: de zee doet de rest. “Wij oogsten hier zo’n tachtig tot honderd kilo zeewier per maand.”
“Zeewier is inderdaad eetbaar,” vertelt Haje. “Maar wij gebruiken het op een andere manier.” De winkel van het Seaweed Center staat dan ook vol met heerlijk geurende producten: verschillende soorten zeep, scrubs en huidolie, blijkbaar allemaal gemaakt met zeewier…
“Na het oogsten laten we het zeewier eerst een paar weken drogen: dan blijft zo’n beetje de helft van het gewicht over,” vertelt Haje. “Vervolgens wordt het zeewier vermalen en blijft er een soort poeder over. Dat vormt samen met kokosolie en bijenwas de basisingrediënten van de natuurlijke zeep. We verkopen het aan particulieren maar ook aan veel hotels op Zanzibar.”
Als ik bij terugkomst in de lodge mijn handen was, herken ik het pakketje verpakt in een gedroogd bananenblad: zeep gemaakt van de zeewier die hier recht voor de lodge verbouwd wordt. Leuk weetje!
Mwani Zanzibar (Seaweed Center) in Paje is dagelijks geopend. Een rondleiding kost 10 USD per persoon. Bekijk de website van Mwani Zanzibar voor meer informatie.
Recente reacties